Seizoen 2010-2011: "Ze zyn doa!"

 

Naar een idee van Jean-Marie Schepens

Auteur: Jos Mooren

Regie : Roland Delannoy 

 

 

   
2 Keer Zilver

Roland Delannoy

Roland Delannoy staat dit jaar voor het 25ste jaar op de Volkstoneelplanken. Eigenlijk is hij aan zijn 26ste jaargang toe, want in “Tantum Ergo” (1996-1997) had hij welswaar geen rol maar hij voerde toen wel de regie. Zijn spelersdebuut dateert van 1976, als boer Vereecke in “Menschen lyk wyder”, aan de zijde van o.a. schoonpa Flor en schoonzus Greta. Sindsdien vertolkte hij met bravoure de meeste uiteenlopende rollen: kapelaan in De filosoof van Hagem, de nukkige Henri in Onder ons, de goedlachse Bolle Verbuyck in de Paradijsvogels of de gewiekste Kilo in Iseland Iseland: steeds doorleefd, juist gedoseerd en met respect voor ‘het karakter’.Met uitzondering  van enkele sabbatjaren (vanwege gezinsuitbreiding) vormt hij sinds zijn debuut één van de hoekstenen van ons gezelschap, en combineerde hij al 16 keer een aanzienlijke (hoofd)rol met de regie van onze producties. Roland is bovendien ook nog auteur van 5 tragiekomedies, die oorspronkelijk allemaal voor en door het volkstoneel zijn ‘gemaakt’ : “ Volk in de winkel” (in 1988 meteen ook zijn debuut als regisseur), In de Miroir, Van duuv’n en menschen, Jean-Claude de bode en Sporn. Ik wik mijn woorden, maar volgens mij behoren ze alle 5 tot de absolute top van de Vlaamse toneelschrijverij aan tragikomisch volkstheater te bieden heeft. Geen wondr dat deze stukken tot ver buiten onze regio heel geregeld gespeeld worden. Om in de koersterminologie van “Ze Zyn doa!” te blijven: Roland is onze coach, de ploegdirecteur, de wegbereider en tacticus.

Jos Mooren.

 

 

 

 

 

 

Hans Capoen

Een toneelgezelschap zonder betrouwbare technici is als een horloge zonder mechaniek; het werkt niet. Hans Capoen maakt al 25 jaar zonder onderbreking deel uit van onze technische ploeg, en ondermeer door hem werkt het gelukkig wel. In 1986 (speelseizoen “Komedie om geld”) vroeg wijlen Stefaan Barbry aan Hans “om ook ekki mei te goan om è bitje a’n decor t’haalpen kroamen” en Hans ging mee. En hij blééf dat dus doen, inmiddels al 25 jaar. In 2001-2002 vertolkte hij zelfs één keer een heel klein rolletje als Gestapo in “In de Miroir”, maar zijn biotoop ligt vooral achter de schermen. Hans combineert een nauwgezette concentratie en precisie bij decorwissels enerzijds met anderzijds een jongenachtige speelsheid uit het zicht van het publiek. Het zijn 2 eigenschappen die hem tot een perfecte medewerker maken. Zeep aan de deurklink, omgekeerd plakband op de planken, frivole foto’s aan de toneeldeur of kroonkurkjes in je schoenen…!? Wees gerust: het zijn de werken van Hans. Zoals ze het in koersmilieus zeggen: hij is een mecanicien van onschatbare waarde en bijzonder goed voor de moraal.

Jos Mooren