Seizoen: 1960-61 Korte Inhoud

[Overzicht] [Personages] [Sfeerbeelden]

de Vier Jaargetijden

Zon en wolken en een weelde van witte bloei; maar achter de statige wolkenstoet hangt de bedreiging van maartse buien. Boer Zeegers ziet ook achter de blijde lach van zijn nog zeer jonge dochter, een dreigend gevaar. Dat de zoon van de rijke Boer Meulenaere een oogje heeft op het meisje én op de grote hof­stede van de Zeegers. Want zijn eigen zoon. Jozef,  liet het levenswerk en het erf van zijn ouders in de steek om met de mooie. doch stadse juffer. Anne-Marie te trouwen.

Dit is een streep door heel het leven en streven van Zeegers, en niemand uit de landelijke streek mag iets vernemen over dit huwelijk. Zo komt het dat Martha Meulenaere nog steeds blijft wach­ten op Jozef met een oprecht-zuivere liefde.

Zeegers boert achteruit, hij staat alleen en benevens de oude getrouwe knecht Mieke. en de jonge aanhankelijke meid Sieska. Kan hij het werk slechts aan met vreemd volk op de hoeve. De ene hypotheek stapelt zich op de andere, het erf van vele geslachten dreigt ineen te storten. Boerin Zeegers. als de incarnatie van alle goede moeders lijdt het zwaarst onder de toestand en onder de nukkige buien van haar man, die Anne-Marie. zijn schoondochter. haat en haar het huis blijft ontzeggen...........

En daar stapt dan" de Jonker" van het kleine landelijke kasteelke binnen. Hij is een dichterlijk man met een hart dat wijd open staat voor dit landelijk schone, en een verborgen verlangen koestert naar het zuivere geloof in God dat deze boerenmensen bezielt. De zomer komt dan en de zonnebrandt de vruchten rijp. Zo wordt het goud door het vuur gelouterd en de mens door het lijden. God grijpt in. Telkens op het meest juiste ogenblik en op de gepaste tijd. Hij is de goede VADER, maar Hij is sterker dan de hardste mens en ook de stoere eik is als een riet in Zijn hand. De herfst is mild. De vruchten wachten op de mensenhand die met dankbaarheid de gave van de zomer plukt. Het is echter de eerste herfst die voor dit huis geen vruch­ten heeft. Dit is voor Jozef, die in zijn hart de boer is gebleven een spijtige vaststelling. En Martha, had slechts één liefde voor beide én voor de Jonker heeft de Herfst geen vruchten. Dan komt de winter met de bezinning en de inkeer, die traag groeien rond het vertrouwelijk haardvuur. Nu mag het sneeuwen en vriezen. De winter beschermt het levende zaad en vergaart krachten voor de lente, voor het rijpen van de zomer, voor de vruchten van de herfst; en Anne-Marie beaamt dit woord; "Voor de herfst, ja .. want zij weet het nieuwe leven groeien in haar schoot. De belofte dat het geslacht behouden blijft.