[Overzicht]
[Personages]
[Sfeerbeelden]
de Vier Jaargetijden
Zon
en wolken en een weelde van witte bloei; maar achter de statige
wolkenstoet hangt de bedreiging van maartse buien.
Boer
Zeegers ziet ook achter de blijde lach van zijn nog zeer jonge
dochter, een dreigend gevaar. Dat de zoon van de rijke Boer
Meulenaere een oogje heeft op het meisje én op de grote hofstede
van de Zeegers. Want zijn eigen zoon. Jozef,
liet het levenswerk en het erf van zijn ouders in de steek om
met de mooie. doch stadse juffer. Anne-Marie te trouwen.
Dit
is een streep door heel het leven en streven van Zeegers, en niemand
uit de landelijke streek mag iets vernemen over dit huwelijk. Zo
komt het dat Martha Meulenaere nog steeds blijft wachten op Jozef
met een oprecht-zuivere liefde.
Zeegers
boert achteruit, hij staat alleen en benevens de oude getrouwe
knecht Mieke. en de jonge aanhankelijke meid Sieska. Kan hij het
werk slechts aan met vreemd volk op de hoeve. De ene hypotheek
stapelt zich op de andere, het erf van vele geslachten dreigt ineen
te storten. Boerin Zeegers. als de incarnatie van alle goede moeders
lijdt het zwaarst onder de toestand en onder de nukkige buien van
haar man, die Anne-Marie. zijn schoondochter. haat en haar het huis
blijft ontzeggen...........
En
daar stapt dan" de Jonker" van het kleine landelijke
kasteelke binnen. Hij is een dichterlijk man met een hart dat wijd
open staat voor dit landelijk schone, en een verborgen verlangen
koestert naar het zuivere geloof in God dat deze boerenmensen
bezielt. De zomer komt dan en de zonnebrandt de vruchten rijp. Zo wordt het goud door het vuur gelouterd en de mens door het lijden.
God grijpt in. Telkens op het meest juiste ogenblik en op de gepaste
tijd. Hij is de goede VADER, maar Hij is sterker dan de hardste mens
en ook de stoere eik is als een riet in Zijn hand. De herfst is
mild. De vruchten wachten op de mensenhand die met dankbaarheid de
gave van de zomer plukt. Het is echter de eerste herfst die voor dit
huis geen vruchten heeft. Dit is voor Jozef, die in zijn hart de
boer is gebleven een spijtige vaststelling. En Martha, had slechts
één liefde voor beide én voor de Jonker heeft de Herfst geen
vruchten. Dan komt de winter met de bezinning en de inkeer, die
traag groeien rond het vertrouwelijk haardvuur. Nu mag het sneeuwen
en vriezen. De winter beschermt het levende zaad en vergaart
krachten voor de lente, voor het rijpen van de zomer, voor de
vruchten van de herfst; en Anne-Marie beaamt dit woord; "Voor
de herfst, ja .. want zij weet het nieuwe leven groeien in haar
schoot. De belofte dat het geslacht behouden blijft.