Seizoen 1961-62: Korte Inhoud

[Overzicht] [Personages] [Sfeerbeelden]

                                                                                      

Twee jonge mensen verliezen aan elkaar hun hart, maar het ongeloof van Albert in God en de Kerk, is een donkere kloof tussen beide harten.

Leontientjes' vader zweert dat zijn dochter nooit zal trouwen met een ongelovige. Hij beroept zich op zijn broer, die ergens pastoor is. De pastoor echter zit zo gauw niet te paard... en besluit zijn nichtje enkele dagen op de pastorie te houden.

Regendag. _ De stemming blijkt geschikt om Leontientje in vertrouwen te nemen, en zij vertelt. Heeroom is getroffen door haar grote schone liefde. Hij belooft haar, Albert op de pastorie te inviteren om van zijn goede wijn te proeven.  Het geloof echter blijft de donkere kloof. Dit sluit de poort van het geluk voor goed. De liefde is echter ijverig op zoek naar de sleutel.     

Leontientje vindt in Julieke een welgekomen redplank in deze triestige dagen, De pastoor loopt niet in simpele listjes en hakt de knoop onverbiddelijk door.   Leontientje kwijnt en sterft. De pastoor gebruikt benevens de goddelijke hulp in dit laatste uur, ook nog de troost van het mense1ijke. Dit wordt Gods' uur en trefpunt van Zijn genade.