Seizoen 1976-77:Korte Inhoud |
[Overzicht] [Personages] [Sfeerbeelden]
De
figuren van de pastoor, van Marie en de jonge boeren André en
Gerard, de oude boerenknecht en de joviale timmerman, de
schoolmeester en vooral de oude koppige boer Verbaere, zij allen
veroverden het hart van de toeschouwers zodanig, dat er reeds
jaren terug vraag is naar een herneming van ,, Menschen lyk wyder.
Kinderen
van ons volk ‘... de titel wijst reeds duidelijk op het
rijkgeschakeerde verhaal van een gemeensehap. Onderscheiden als
kern, is het even van Marie, het boerenmeisje dat weifelt in de
keuze van een man er zijn inderdaad twee minnaars en misschien maakt
de dorpspastoor wat overhaast een einde aan het wikken en wegen van
het meisje. Eenmaal getrouwd wordt het haar moeilijk gemaakt door de
afgewezen luchthartige André Verbaere. Zijn bezoeken aan Marie
prikkelen de ernstige Gerard zozeer, dat hi], half bi] ongeluk, half
opzettelijk, André neerslaat. Hij gaat de gevangenis in.
Midden
tussen de dorpsmensen in staat de goede oude pastoor, hij is de
eerste die Marie troost in haar ellende. Gerard is na vier jaar
terug thuis. Hij went zich moeilijk terug aan het dorpsleven. Hun
ellende wordt nog aangescherpt door het verdrinken van hun jongste
kindje. Het leed brengt hen echter dichter bijeen en Marie zegt
berustend dat zij dat kind moesten afgeven om alles goed te maken
met André Verbaere in de hemel.
Maar de oude vader van André blijft verstard in zijn haat tegen hen hi] koopt op slinkse wijze het boerderijtje waarop Marie’s ouders kwamen wonen. met het doel die mensen daar weg te jagen en het boerderijte helemaal af te breken.
Rond die tijd wordt het gouden priesterjubileum van de Pastoor voorbereid er is een feestcomité, er zijn grootse plannen. Maar met haat en nijd onder zijn mensen, wil de pastoor geen feest, helemaal niet. In een aangrijpend gesprek met Verbaere weet de pastoor dan uiteindelijk de oude boer te vermurwen.