Seizoen 1993-94: Korte inhoud |
[Overzicht] [Sfeerbeelden] [Personages]
De
Zoale
Arseen
is de burgemeester van een nostalgisch landelijke en ogenschijnlijk
rustige gemeente. Het dorp kan bogen op een eigen schooltje, een
gemeentehuis dat de oorlog trotseerde, een vervallen kasteeltje maar
vooral een noest landbouwersvolk. En daar zou de burgervader,
weliswaar onder suggestie van zijn ambitieuze Eerste Schepen
Germaine, iets willen aan toevoegen: een nieuwe zaal!
Welke
gemeenschap die zichzelf respecteert, beschikt tegenwoordig niet
over een eigen comfortabele zaal? Dat vindt Bernice, de vrouw van de
'maire' en voorzitster van de plaatselijke vrouwengilde uiteraard
ook. Ze wordt daar bovendien volmondig in gesteund door haar
boezemvriendin, Alice van 't kasteeltje. Een nieuwe zaal zou de
mogelijkheden van het verenigingsleven overvloedig verrijken.
Onder impuls van madame Germaine roept Arseen de hulp in van een deskundige: Frederique Smagghe, een architect uit de stad. Maar zoals in menige samenleving, is niet iedereen het eens me de voornemens van de verantwoordelijke bestuursorganen. Meester Briek en Juffrouw Maria van de gemeenteschool denken bijvoorbeeld dat er in het dorpsbeleid andere dingen zijn die primeren: zaken die de schoolkinderen ten goede komen. Ach, zeg nu zelf, die onderwijzers willen het toch altijd beter weten, niet? Voor Cyriel ligt het evenwel anders. Die nieuwe zaal zou op 'zijn' beste stukje land warden gebouwd. En dat is voor een koppige boer ais hij dan eventjes buiten de waard gerekend.
De
oppositie in het dorp verenigt zich en Arseen komt onder druk te
staan.
Wat
doet de burgemeester? Komt er een nieuwe zaal? Of blijft het bij een
schuchtere poging van een nietsvermoedende landmeter? Kan Arseen
zich ais politicus maar vooral ais mens handhaven? Verdraagt hij het
gewicht van chantage?
Een toneel over mensen ais u en ik: de zaal!