Seizoen 2005-2006: De broers Geboers

[Overzicht] [Speelkalender] [Organisatoren] [De Personages] [Sfeerbeelden] [Korte Inhoud]

De auteur over zijn personages

Arne Sierens zegt het volgende over de personages uit het verhaal:

“ Ik ken ze. Ik ben ertussen opgegroeid, in de Brugse Poort, een volkomen verpauperde arbeiderswijk in Gent. Voor mij zijn het niet alleen arme mensen. Het zijn mensen die niet zo zeer leven als geleefd worden, die overleven. Het zijn geen tragische helden die een gevecht leveren met de goden.Het zijn mensen die overhoop liggen met zichzelf. Ik lach me te pletter om die mensen, maar vind ze tevens vreselijk droevig. Ik ken ze. Ze woonden in mijn wijk, die zo donker was dat mensen er aan de lopende band zelfmoord pleegden.”

“Ik zat ook op school samen met kinderen uit St-Maartens-Latem. En dan besef je ineens: er zijn mensen die , als ze tandpijn hebben, naar de tandarts gaan. Maar in mijn buurt gaan de mensen met tandpijn niet naar de tandarts, en zitten ze binnen de kortste keren met rotte tanden. Gewoon het besef dat iemand die in zo’n buurt woont minder lang leeft dan iemand uit St-Maartens-Latem heeft mij compleet geboulverseerd en sindsdien altijd bezig gehouden.”

“Kan je je voorstellen: er was een hele reeks huizen waar de mensen in souterrains woonden. Elke winter liepen die onder, de muren zaten vol met schimmel, en toch bleven ze daar wonen, omdat ze geen uitweg hadden. Alle klachten die tegen de eigenaars werden ingediend, zijn gedurende veertig, vijftig jaar geseponeerd. En als je dan op school hoorde hoe er in de sjieke buurten over die mensen werd gepraat... Zo denigrerend. Shoquant! Stap maar eens naar de vakbond, het OCMW en al de rest dat overheid is. De manier waarop er met die mensen wordt omgegaan is van een schofterigheid, dat kan echt niet meer.