Seizoen 1954-1955: Korte Inhoud

"En waar de sterre bleef stille staan" 

[Overzicht] [Ontstaan] [Personages] [Sfeerbeelden]


Eerste Kerstmis

"In 't kouwverkot" bij Poeline Pap, besluiten Pietje Veugel, Suskewiet en Schoere Djoôs, drie bedelaars van de ergste soort, "Drie Koningen" te spelen. Hun doel is aan geld te geraken om "dreupels" te kopen. De "Drie Koningen" hebben veel rondgehaald. Ze geraken verdwaald in de wijde sneeuwvlakte. Daar staat plots een foorwagen, met arme, veel armere mensen, onder een vreemde drang geeft het trio alles weg. De drie mannen komen terug bij 't Kouwverkot :Suske is gelukkig; de anderen zijn ver van zo geestdriftig en met gemengde gevoelens zoekt elk zijn slaapstede op.

Tweede Kerstmis

Suske zit vóór de schaapstal. Pietje en Schoere Djoôs komen hem vragen opnieuw met de ster mede te gaan. Suske weigert als hij verneemt dat de opbrengst zal dienen om "dreupels" te drinken. Met bitteree spot verlaten ze hem. 

Pietje en Djoôs speelden alleen Drie Koningen, hun succes was pover. Pietje is verbitterd en is tot alles bereid voor wat geld, zelf om zijn ziel aan de duivel te verkopen.

Suske ligt op sterven, hij ontvangt zijn beloning van het Kindeke Jezus zelf, die hem komt halen en "naar huis", de Hemel, leidt.

Derde Kerstmis

In 't huis van Pietje Veugel grijpt een geweldig toneel plaats. De klokken luiden voor Kerstmis; Pietje Veugel rukt zich uit de duivelsgreep en vlucht de vlakte in. Pietje werpt zich voor de voeten van O.L. Vrouw bij een landelijk kapelletje, een geweldige strijd barst los tussen O.L. Vrouw en Satan. De Lieve Vrouw haalt het en redt Pietje Veugel, die sterft en tot Haar zijn laatste woorden van dank stamelt.

Schoere en Djoôs voelt dat er iets wonderlijks gebeuren zal, en inderdaad daar vraagt het Lieve Vrouwke hem Haar te Dragen.... naar het grote feest, wwar Suske en Pietje reeds wachten.