Seizoen 1970-71: Korte Inhoud

[Overzicht] [Personages] [Sfeerbeelden]

De respectievelijke woning van vader en zoon Paul zijn onder één dak als tweewoonst. Onder één dak huizen vaak de uitersten als liefde en haat, vreugde en pijn, hebzucht en mildheid, tenslotte ook leven en dood. In het menselijk hart krijgen ook alle tegenpolen onderdak, en de meest-edele mens kan zich verdoen aan belachelijkheden zo hij zijn énige relatiepunt dat God is, negeert. Het gebod vader en moeder zult gij eren kan geen steek houden indien vader hot grote gebod van de liefde aan zijn zolen lapt, omdat hij innerlijk niet vrij is van onbillijke haat tegenover zijn schoondochter een stadsvrouw kan geen boerin worden. De liefde echter kan alles, maar als ik de liefde niet heb ben ik als een rinkelend bekken zonder muziek.