Het is zover! “FIor Barbry’s Volkstoneel voor Frans-Vlaanderen” begint aan zijn veertigste speeljaar.
Dit keer met het tweede stuk van Jan Barbry: “Koamer 153”. Het kon eigenlijk net zo goed ‘koamer 75’ geweest zijn, het getal doet er niet toe, wel de mensen die er liggen en allen die er in en uit lopen. Koamer 153” is volledig pretentieloos toneel over de mooie en
minder mooie kantjes van gewone mensen.
Net zoals in de realiteit komen in een ziekenhuiskamer soms onbekende en onverwachte emoties los. Soms houden we angstvallig onze gevoelens verborgen of gaan we kleingeestige kritiek spuien over anderen.
Ook op Koamer 153” doen de personages wat gewone mensen doen, en tonen af en toe de schaduwkant van hun karakter. Ze doen zich weleens anders voor dan ze in werkelijkheid zijn, ze tonen allen hun “buitenkant” en Iaten hun “ware ik” slechts moeizaam aan de oppervlakte komen.
Het zijn op het eerste gezicht allen verschillende mensen, en nochtans hebben ze allen iets gemeen: de diepte, het samenhorigheidsgevoel van de plattelandsmens. Ze getuigen ook een eenvoudig maar diep geloof, vertrouwen en de berusting dat
alles in Gods handen ligt. Het is zeker niet de bedoeling te gaan moraliseren. Het is integendeel een luchtig blijspel om U een paar uur ontspanning te bezorgen, wat niet wegneemt natuurlijk dat sommigen af en toe zichzelf zullen herkennen in één van de figuren.
Veel kijkgenot!
Deschrijver.
KOAMER 153
Een blijspel in 4 bedrijven, geschreven en geregisseerd door
JAN BARBRYJ
Fredje, een levenslustige vrijgezel, ligt op kamer 153 van een plaatselijk ziekenhuis.
Hij beziet het even langs de vrolijke kant en zet graag de boel op stelten. De dokter en Henriëtte, een verpleegster, allebei ongehuwd, beleven het meeste plezier aan de escapades van hun patiënt. Maar Esther, een andere verpleegster, vindt dat het zo niet verder kan: in een ziekenhuis hoer je ernstig ziek te zijn, en daarmee basta. Dan komt er een nieuwe patient op dezelfde kamer van ons Fredje, en samen maken ze Esther het even zuur.
Er wordt funk wat herrie gemaakt, waarbij alle partijen hun “ware ik” naar voor laten komen. Een paar gebeurtenissen gooien de teerlingen zodanig dooreen, dat de hele zaak naar een feestelijk einde groeit.