" Komedie om geld" hekelt op luchtige doch uitdrukkelijke wijze de schijnheiligheid en de hebzucht. Het beetje" Farizeeër" dat bij ieder van ons, geef toe, soms de bovenhand haalt, neemt hier weliswaar enorme proporties aan. Het zijn de jongeren die, niettegenstaande hun jeugdige roekeloosheid en ogenschijnlijke onverschilligheid, de tegenpool uitmaken in het stuk en de hypocrieten terechtwijzen. Een ode aan de jeugd? Zoals bij komische situaties vaak het geval is, berust ons blijspel op een eerder tragische gebeurtenis.
korte inhoud
Nonkel Charel, een welstellend bankier, werd zwaar gewond bij een verkeersongeval. Men vreest voor zijn leven. De motorrijder die hem aanreed, pleegde vluchtmisdrijf. Het toeval wil dat Luc, de jongste en geliefkoosde neef van nonkel Charel een fervent motorfanaat is, die geregeld de streek onveilig maakt. Ook Ronny, de zoon van Albert, neef en medebeheerder van de bank van Charel, heeft trouwens zijn hart aan het motorrijden verkocht. Vallen zij buiten verdenking? Katrien, trouwe huishoudster van Charel en verwoed kaartlegster, is nog helemaal van streek door het gebeuren wanneer Bertha, de bazige nicht van Charel, en haar man Juul als eersten komen informeren naar de toestand van het slachtoffer. De andere neef van de ongelukkige bankier, Fiel de beenhouwer, komt ook nieuwsgierig zijn licht opsteken. Nonkel Charel bezit namelijk een aardig kapitaaltje en een pracht van een huis.
Voldoende ingrediënten dus voor een" Komedie om geld".
R. Delannoy.